Apotheek Het Baken

Oranjeplein 9 7681 AZ Vroomshoop Tel:0546-745751

Medische Encyclopedie

Inhoud

moxifloxacine

Moxifloxacine is een chinolon-antibioticum. Chinolon-antibiotica werken tegen infecties met bacteriën.

Artsen schrijven het voor bij infecties met bacteriën, zoals luchtweginfecties (longontsteking, acute bronchitis, bijholteontsteking en tuberculose), huidinfecties en Q-koorts.

Wat doet moxifloxacine en waarbij gebruik ik het?

Infecties met bacteriën

Werking
Moxifloxacine doodt veel soorten bacteriën. Na inname verspreidt dit medicijn zich via het bloed over uw lichaam. Het komt bijna overal in het lichaam terecht.

Moxifloxacine wordt gebruikt bij infecties van de luchtwegen (longen, luchtpijp, bijholten), de huid en geslachtsorganen.
Bij de meeste infecties komen andere antibiotica eerder in aanmerking, zoals penicillines, doxycycline of azitromycine. Moxifloxacine wordt alleen gebruikt voor infecties, waarbij de eerste-keuze-antibiotica niet goed werken. Bijvoorbeeld omdat de bacterie ongevoelig is voor deze antibiotica. Moxifloxacine werkt dan vaak wel. Het is een ‘reserve’-antibioticum. Artsen schrijven het zo min mogelijk voor, om te voorkomen dat bacteriën er ongevoelig (resistent) voor worden en omdat er ernstige bijwerkingen op de lever kunnen ontstaan.

Effect
De tabletten beginnen na een half tot 4 uur te werken. Het infuus werkt meteen.
Na een paar dagen merkt u dat de klachten van de infectie afnemen.

Lees meer over infecties met bacteriën . “

Luchtweginfecties

Moxifloxacine kan worden gebruikt bij verschillende soorten luchtweginfecties, zoals longontsteking, acute bronchitis en bijholteontsteking (sinusitis). Vanwege de bijwerkingen op de lever schrijven artsen het alleen voor als andere antibiotica niet gebruikt kunnen worden.

Kijk voor meer informatie bij Longontsteking, Acute bronchitis en Bijholteontsteking.

Lees meer over luchtweginfecties . “

Longontsteking

Verschijnselen
Een longontsteking is een infectie van het longweefsel. U voelt zich flink ziek, heeft koorts en moet vaak hoesten. Ook kunt u slijm ophoesten. Het ademen kan pijnlijk zijn en vaak bent u benauwd.

Behandeling
Meestal schrijft de arts niet moxifloxacine, maar een ander antibioticum voor, zoals amoxicilline, azitromycine of doxycycline. Als deze niet helpen of niet gebruikt kunnen worden, kan de arts moxifloxacine voorschrijven.

Effect
De tabletten beginnen na een half tot 4 uur te werken. Het infuus werkt meteen. Na een paar dagen merkt u dat de klachten van de infectie afnemen.

Lees meer over longontsteking . “

Acute bronchitis

Bronchitis is een infectie van de luchtwegen. U moet veel hoesten en hoest soms slijm op. Ook kunt u koorts hebben. Een acute bronchitis kan worden veroorzaakt door een bacterie of een virus. Een bronchitis gaat meestal vanzelf over.

Als een bacterie de oorzaak is van de infectie en als u bovendien langer dan 7 dagen koorts heeft en ernstig ziek bent, kan uw arts u een antibioticum voorschrijven. Meestal is dit amoxicilline, doxycycline of azitromycine. Als deze niet helpen of niet gebruikt kunnen worden, kan de arts moxifloxacine voorschrijven.

Effect
De tabletten beginnen na een half tot 4 uur te werken. Het infuus werkt meteen. Na een paar dagen merkt u dat de klachten van de infectie afnemen.

Lees meer over acute bronchitis . “

Bijholteontsteking

De bijholten zijn ruimtes in de botten rondom uw neus, bijvoorbeeld de voorhoofdsholte en de kaakholte. Deze ruimtes staan via een kleine opening in verbinding met de neus en keel. Door een neusverkoudheid kan het virus of de bacterie ook één van de bijholtes infecteren. Dit heet bijholteontsteking (sinusitis).

Verschijnselen
Door de ontsteking komt er pus en veel slijm in de bijholtes. U voelt dan een pijnlijke druk in uw voorhoofd of rond de ogen, vooral als u bukt. Ook kunt u pijn bij het kauwen hebben.

Behandeling
Als de bijholteontsteking wordt veroorzaakt door een bacterie, en u ernstig ziek bent, zal uw arts een antibioticum voorschrijven. Meestal kiest de arts een ander antibioticum, zoals amoxicilline of doxycycline. Als dit niet werkt of niet gebruikt kan worden, kan de arts moxafloxacine voorschrijven.

Effect
De tabletten beginnen na een half tot 4 uur te werken. Het infuus werkt meteen. Na een paar dagen merkt u dat de klachten van de infectie afnemen.

Lees meer over bijholteontsteking . “

Tuberculose

Oorzaak
Tuberculose is een infectie door de tuberkelbacterie. Iemand die 'open' tbc heeft, kan door hoesten, niezen of spreken de bacterie in de lucht verspreiden. Door inademen van deze lucht kan men besmet worden.

Verschijnselen
Als u voldoende afweer heeft, kunt u een lichte longontsteking krijgen. Deze geneest meestal binnen enkele weken. Vaak verloopt de infectie zo licht, dat u deze niet eens opmerkt. De bacterie kan echter wel aanwezig blijven en soms jaren later weer de kop opsteken.

Als uw weerstand onvoldoende is, kunnen de longen ontstoken blijven. Soms in een 'gesloten' (niet besmettelijke) vorm, soms in een open wond, de 'open' (besmettelijke) tbc. Via de lymfe en het bloed kan de ontsteking zich uitbreiden naar andere delen van het lichaam, zoals de klieren, botten en hersenvliezen.

Behandeling
Als u ('gesloten of 'open') longtuberculose heeft, moet u gedurende minstens 6 maanden een combinatie van antibiotica gebruiken. Als de tuberculose ook in andere organen zit, of als u een verminderde weerstand heeft, kan de kuur een jaar of langer duren. Deze lange kuur is nodig om alle achtergebleven bacteriën te bestrijden.

Meestal schrijft de arts een combinatie van antibiotica voor bij tbc. Bijvoorbeeld rifampicine, isoniazide, ethambutol en pyrazinamide. Als deze combinatie onvoldoende effectief is, kan de arts moxifloxacine erbij voorschrijven.

Lees meer over tuberculose . “

Huidinfectie

Door beschadiging van de huid kunnen bacteriën de huid binnendringen en een ontsteking veroorzaken. De huid wordt dan rood, gezwollen en pijnlijk en er ontstaat pus. Soms krijgt u koorts en voelt u zich ziek.

Behandeling
Bij licht geïnfecteerde schaaf- of snijwonden en blaren is een antibioticum meestal niet nodig. Het is voldoende de geïnfecteerde huid goed te wassen en te ontsmetten.

Als de infectie dieper ligt of erg uitgebreid is, kan de arts kiezen voor een antibioticum om in te nemen. Soms schrijft de arts moxifloxacine voor, bijvoorbeeld bij wondroos, als andere antibiotica niet gebruikt kunnen worden.

Lees meer over huidinfectie . “

Wondroos

Wondroos wordt ook wel belroos of erysipelas genoemd. Het is een plotseling opkomende ontsteking diep in de huid, veroorzaakt door een bacterie.

Verschijnselen
De ontsteking zit vaak in en rond een zwakke plek in de huid, zoals een wond, een doorligplek of een insectenbeet. De ontstoken plek is rood, dik, warm en pijnlijk. Bovendien kunt u zich flink ziek voelen, met koorts, koude rillingen, misselijkheid en hoofdpijn.

Behandeling
De bacterie die wondroos veroorzaakt, wordt meestal niet bestreden met moxifloxacine, maar met een ander antibioticum, bijvoorbeeld flucloxacilline

Lees meer over wondroos . “

Q-koorts

Q-koorts is een infectie met een bacterie. U kunt met de bacterie besmet raken via bepaalde dieren . In Nederland is dit meestal door geiten, en soms door schapen.

Als u de lucht met Q-koortsbacteriën inademt, kunt u na 2 tot 6 weken Q-koorts krijgen.

Verschijnselen
Sommige mensen merken niets van een besmetting. Bij mensen die wel ziek worden, zijn de klachten meestal koorts, hoofdpijn en hoesten. De ziekte gaat vaak na 1 of 2 weken vanzelf weer over.

In zeldzame gevallen kan de Q-koorts chronisch zijn. Dit betekent dat de ziekte jarenlang kan duren. U kunt dan klachten hebben, zoals vermoeidheid, koorts, benauwdheid, veel zweten en gewichtsverlies.

Behandeling
Een Q-koorts infectie kan vanzelf overgaan. Meestal schrijft de arts een antibioticum voor, om de kans op een chronische infectie te verminderen. Een kuur met 2 tot 3 weken moxifloxacine is dan voldoende.

Als u toch chronische Q-koorts heeft gekregen, schrijft uw arts moxifloxacine voor, samen met het medicijn doxycycline. U moet deze combinatie dan vaak 2 jaar of langer gebruiken.

Lees meer over q-koorts . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken, buikpijn, diarree.

    Zeer zelden brandend maagzuur, opgeblazen gevoel, verstopping of winderigheid. Drink voldoende vocht als u diarree heeft, anders raakt u uitgedroogd.
    Zeer zelden kan een ernstige diarree ontstaan (meer dan 7 keer per dag) met buikkrampen en soms met koorts. Waarschuw dan een arts.

  • Hoofdpijn en duizeligheid.

  • Ontstoken slijmvliezen van mond, keel, vagina of anus.

    Dit is meestal een candida-infectie (schimmel) van de slijmvliezen. Dit komt doordat het normale evenwicht tussen de verschillende soorten bacteriën en schimmels is verstoord. Raadpleeg uw arts als u last krijgt van wit beslag in de mond of jeuk en witte vloed in de vagina of schaamlippen.

  • Een snelle hartslag en andere hartritmestoornissen. Bepaalde hartritmestoornissen merkt u alleen aan plotselinge duizelingen of als u even wegraakt. Vooral mensen met de hartritmestoornis verlengd QT-interval hebben hier meer kans op. Gebruik dit medicijn NIET als u deze hartritmestoornis heeft.

     Overleg hierover met uw arts.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Smaakverlies, minder reukvermogen en vreemde geuren ruiken.

    Hierdoor kunt u minder eetlust hebben.

  • Oorsuizen, minder goed kunnen horen, doofheid.

    Dit verdwijnt meestal weer na afloop van de kuur.

  • Draaierig gevoel, vermoeidheid.

  • Oogklachten, zoals wazig zien, dubbelzien en last van fel licht.

    Raadpleeg uw arts bij deze klachten. Meestal verdwijnen de klachten na afloop van de kuur.

  • Tintelingen of een doof gevoel in handen en voeten, pijn in armen of benen, trillende handen.

  • Slaapproblemen, zoals slapeloosheid of juist slaperigheid, nachtmerries.

  • Psychische klachten, zoals angst, depressie, opwinding, verwardheid nervositeit en hallucinaties.

    In zeldzame gevallen ontstaan gedachten over zelfverwonding of zelfmoord. Neem contact op met uw arts als psychische klachten ontstaan of verergeren.

  • Moeite met bewegen. Ook kunnen uw geheugen, spraak, aandacht en coördinatie afnemen. U kunt ook moeite krijgen met slikken.

    Deze verschijnselen verdwijnen weer na afloop van de kuur.

  • Gewrichtspijn, spierpijn, spierkramp. Een enkele keer ontstaat een peesontsteking, bijvoorbeeld van de achillespees in uw hiel. U merkt dit aan gevoelige pezen en pijn, roodheid en zwelling rond de pees. 
    Kinderen jonger dan 16 jaar zijn extra gevoelig voor deze bijwerking.

    Deze bijwerking kan snel of soms pas maanden na het gebruik ontstaan. Stop dan met het gebruik en raadpleeg uw arts.
    Kinderen jonger dan 16 jaar hebben botten en gewrichten die nog in de groei zijn. Zij mogen dit medicijn daarom niet gebruiken.

  • Spierzwakte. Mensen met de spierziekte myasthenia gravis kunnen extra last van hun aandoening krijgen.

    Overleg hierover met uw arts.

  • Kreeg u bij eerder gebruik van een chinolon-antibioticum een ernstige bijwerking aan de spieren of de zenuwen, zoals spierpijn, peesontsteking, tintelingen in handen of voeten, depressie of oogklachten? Dan mag u dit medicijn niet gebruiken.

    Overleg hierover met uw arts.

  • Pijn op de borst, benauwdheid.

    Waarschuw dan uw arts.

  • Te hoog bloedglucose. Heeft u diabetes? Controleer dan vaker uw bloedglucose.

  • Verminderde werking van de nieren, ontsteking van de nieren. Waarschuw uw arts als u minder plast, pijn in uw zij heeft, misselijk bent en u zwak voelt.

  • Leveraandoeningen, zoals hepatitis of galstuwing. U kunt dit merken aan een gevoelige, opgezwollen buik, hevige pijn boven in de buik, donkere urine, een gele kleur van het oogwit of van de huid of jeuk over het hele lichaam.

    Waarschuw dan een arts.

  • Minder rode of witte bloedcellen, minder bloedplaatjes. Waarschuw uw arts bij extreme vermoeidheid, een bleke huid, koorts, keelpijn en blaasjes in de mond en bij bloedneuzen en blauwe plekken.

    In zeldzame gevallen maakt het beenmerg te veel bloedplaatjes aan. Dit merkt u aan tintelingen in handen en voeten, blauwe vingers en tenen, problemen met zien, hevige pijn in een kuit of kortademigheid. Waarschuw dan ook een arts.

  • Verwijding (aneurysma) of scheur in de wand (dissectie) van de grote lichaamsslagader (aorta). U merkt dit aan plotseling ernstige pijn in buik, borst of rug. Vooral ouderen en mensen die al eerder een verwijding of scheur hebben gehad lopen meer risico.

    Waarschuw direct een arts bij de bovengenoemde verschijnselen. Bij een hoger risico overleg met uw arts of apotheker voor u dit medicijn gaat gebruiken.

  • Lekkende hartkleppen. U merkt dit aan kortademigheid, hartkloppingen, vasthouden van vocht in uw buik, onderbenen of voeten en ernstige pijn in de borst, rug of buik. Waarschuw dan direct een arts.

    Vooral mensen die al eerder een lekkende hartklep hebben gehad lopen meer risico. Overleg met uw arts of apotheker voor u dit medicijn gaat gebruiken.

  • Epileptische aanval bij mensen met epilepsie.

    Raadpleeg uw arts als u epilepsie heeft. Uw arts kan beoordelen of u dit medicijn veilig kunt gebruiken.

  • Huiduitslag, droge huid, jeuk, overmatig zweten.

    Huiduitslag kan ook het gevolg zijn van overgevoeligheid voor dit medicijn. Heeft u huiduitslag? Laat uw arts het controleren, zodat deze kan bepalen of het overgevoeligheid betreft.

  • Uw huid kan gevoeliger worden voor UV-licht. Bijvoorbeeld van de zon, de zonnebank of UV-lamp. Dit kan jeuk, roodheid en ernstige verbranding geven. Ook kunt u last krijgen van huiduitslag en huidverkleuring.

    Begint u net met dit medicijn? Blijf dan uit direct zonlicht, vooral tussen 10:00 en 15:00 uur. Bescherm uw huid tegen de zon. Bijvoorbeeld met zonnebrandmiddel en beschermende kleding, zoals een hoed en een zonnebril. Ga niet onder de zonnebank. Krijgt u een ernstige reactie op de zon? Stop dan met dit medicijn en waarschuw uw arts.

  • Overgevoeligheid voor dit medicijn. U merkt dit aan huiduitslag, galbulten en jeuk.

    Raadpleeg dan uw arts.
    Zeer zelden kunt u benauwd of duizelig worden, flauwvallen of koorts krijgen. Of u kunt zwellingen krijgen in het gezicht, de lippen, mond en keel. U kunt hierbij erg benauwd worden.
    In zeldzame gevallen kan een ernstige huidaandoening ontstaan met blaarvorming. De blaren ontstaan met name op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. Waarschuw in deze gevallen direct een arts, of ga naar de Eerste-hulpdienst.
    Als blijkt dat u overgevoelig bent voor moxifloxacine, mag u dit medicijn of erop lijkende antibiotica niet meer gebruiken. Geef dit aan de apotheker door. Het apotheekteam kan er dan op letten dat u dit medicijn of soortgelijke medicijnen niet opnieuw krijgt.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik moxifloxacine gebruiken met andere medicijnen?

Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje 'samenstelling`.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Medicijnen met een verhoogd risico op hartritmestoornissen. Bij combinatie met moxifloxacine kan een ernstige hartritmestoornis ontstaan. Vooral bij vrouwen of bij mensen die ouder dan 70 jaar zijn of al een hartaandoening hebben. Overleg hierover met uw arts of apotheker. Mogelijk controleert de arts uw hart met een hartfilmpje. Of schrijft hij een ander medicijn voor. U merkt een hartritmestoornis aan plotselinge duizelingen of kortdurend buiten bewustzijn raken. Neem direct contact op met uw arts als u dit merkt.
  • Buiktyfusvaccin-capsules. Moxifloxacine maakt het buiktyfusvaccin in de capsules onwerkzaam. Gebruik daarom beide middelen niet samen. Als tussen beide medicijnen minimaal 3 dagen zit, is er geen probleem.
    Wilt u capsules met buiktyfusvaccin gebruiken? Wacht dan minimaal 3 dagen na afloop van de kuur met moxifloxacine. Of vraag uw arts om een injectie tegen buiktyfus. De wisselwerking treedt dan niet op.
    Heeft u minder dan 3 dagen geleden capsules met buiktyfus-vaccin gebruikt en moet u nu starten met moxifloxacine? Neem dan contact op met uw arts.
  • De antistollingmedicijnen acenocoumarol en fenprocoumon. Moxifloxacine kan de bijwerkingen hiervan versterken. Vertel de trombosedienst dat u moxifloxacine gebruikt of gebruikt heeft.

Onderstaande medicijnen kunnen de werking van moxifloxacine verminderen. Dat komt omdat deze de opname van moxifloxacine in de darmen belemmeren. Vaak is het wel mogelijk om de medicijnen een aantal uur gescheiden van elkaar in te nemen. Hieronder leest u ons advies. Vraag eventueel een innameschema aan uw apotheker of overleg met uw arts.

  • IJzerbevattende middelen.

    • Vertraagde afgifte (MGA, retard): stop het ijzermiddel tijdens de kuur met moxifloxacine. Of vraag uw arts om een gewoon ijzermiddel.
    • Gewone ijzermiddelen: stop bij voorkeur met het ijzermiddel tijdens de kuur met moxifloxacine. Als dat niet mogelijk is: neem het ijzermiddel minstens 2 uur na moxifloxacine in.
  • Maagzuurbindende medicijnen. Soms kan de arts een ander maagmiddel voorschrijven dat de wisselwerking niet heeft. Moet u het toch gebruiken? Neem dan moxifloxacine minstens 2 uur vóór of 4 uur na het maagzuurbindende middel in.
  • Het maagmiddel sucralfaat. Vraag uw arts of u tijdens de kuur kunt stoppen met dit medicijn. Moet u het toch gebruiken? Neem dan eerst moxifloxacine in en minstens 4 uur later sucralfaat.
  • Magnesium- of zinkbevattende middelen. Vraag uw arts of u tijdens de kuur kunt stoppen met deze middelen. Moet u het toch gebruiken? Neem dan moxifloxacine minstens 2 uur vóór of 4 uur na het magnesium- of zinkmiddel in.
  • Sevelameer en lanthaancarbonaat, fosfaatbindende medicijnen bij nierdialyse. Soms kan de arts een ander antibioticum voorschrijven dat de wisselwerking niet heeft. Moet u het toch gebruiken? Neem de moxifloxacine dan in voor u gaat slapen.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Dit medicijn kan in zeldzame gevallen duizelig, suf of verward maken of wazig zien veroorzaken. Heeft u hier last van? Rijd dan geen auto.

alcohol drinken en alles eten?
Bij dit medicijn zijn hiervoor geen beperkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
Meld het aan uw arts en apotheker als u zwanger bent of dit binnenkort wilt worden.
U kunt dit medicijn beter NIET gebruiken als u zwanger bent of binnenkort wilt worden. Misschien kan uw arts een ander medicijn voorschrijven. Een medicijn waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.

Borstvoeding
Wilt u borstvoeding geven? Overleg dan met uw arts of apotheker. Het is niet bekend of dit medicijn in de moedermelk komt en of het slecht voor de baby is. Misschien kan uw arts een ander medicijn voorschrijven. Een medicijn waarvan wel bekend is dat u het veilig kunt gebruiken.
Als u moxifloxacine gaat gebruiken, kunt u kunstvoeding geven.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering altijd op het etiket van de apotheek.

Hoe?
Tabletten: heel doorslikken, zonder te kauwen, met een half glas water.
Infuus: dit wordt klaargemaakt en toegediend door een verpleegkundige of arts.

Wanneer?
U gebruikt dit medicijn meestal 1 keer per dag. Kies hiervoor een vast tijdstip, dan vergeet u minder snel een dosis. Bijvoorbeeld bij het ontbijt.

Als u maagdarmklachten krijgt door de moxifloxacine kunt u de tablet het beste innemen vlak na het eten. U heeft er dan minder kans op.

Hoelang?
De kuurduur hangt af van de plaats en de ernst van de infectie. Normaal gesproken duurt een kuur 5 tot 14 dagen. Bij bepaalde aandoeningen langer.

Houd er rekening mee dat u de kuur niet mag onderbreken en dat u hem helemaal moet afmaken. Ook al merkt u van de infectie vóór afloop van de kuur niets meer. Dit betekent namelijk niet dat alle bacteriën zijn verdwenen.

Terug naar overzicht